Als na een echtscheiding een van de twee ex-partners niet voldoende inkomen heeft om te kunnen blijven leven op een vergelijkbare wijze als tijdens huwelijk gebruikelijk was, bestaat er recht op partneralimentatie. Voor zover de andere partner daarvoor draagkracht heeft, kan die dan gedwongen worden om partneralimentatie te betalen. Maar wat nu als achteraf blijkt dat degene, die partneralimentatie heeft gevraagd, een verkeerd beeld heeft gegeven van het eigen inkomen?
In een uitspraak van het gerechtshof Amsterdam van 25 april 2023 ) deed deze situatie zich voor. Na een huwelijk van 17 jaar volgt echtscheiding. De vrouw had de laatste jaren van het huwelijk al een arbeidsongeschiktheidsuitkering. In de echtscheidingsprocedure vraagt zij de rechtbank om partneralimentatie vast te stellen. Dat gebeurt ook, en de man moet ruim € 2200,– per maand alimentatie aan de vrouw betalen. En dat doet hij ook.
Dan blijkt later dat de vrouw heeft verzwegen dat zij wel degelijk meer inkomen had dan van haar arbeidsongeschiktheidsuitkering. Zo had zij in het buitenland gewerkt, en bleek bovendien dat zij huizen in het buitenland bezat die ze verhuurde en waaruit ze dus huurinkomsten had. Op grond van deze feiten komt het gerechtshof Amsterdam, net als de rechtbank daarvoor, tot de conclusie dat de beslissing, dat de man partneralimentatie moest betalen, is genomen op basis van onjuiste feiten. Daarom komt er niet alleen een einde aan deze alimentatieplicht van de man, maar moet de vrouw ook alle al ontvangen alimentatie aan de man terugbetalen. Dat was inmiddels aardig opgelopen: het ging om meer dan € 100.000,–!
Het loont dus zeker niet om inkomen te verzwijgen als je partneralimentatie vraagt. Sterker nog, je loopt het risico dat je al ontvangen alimentatie moet terugbetalen, ook al is het dan al uitgegeven.