Omdat we zowel vanuit Noordoostpolder als Urk toch nog wel regelmatig vragen krijgen over eigendom en verjaring (o.a. bij burenkwesties, discussies over snippergroen etc.) hebben we de belangrijkste uitgangspunten op een rij gezet. Van belang is in ieder geval om onderscheid te maken tussen verkrijgende en bevrijdende verjaring.
Verkrijgende verjaring: 10 jaar
Bij onafgebroken bezit van een perceel grond gedurende 10 jaar kan de eigendom daarvan na 10 jaar worden opgeëist. Voorwaarde is wel dat er sprake moet zijn van een bezit te goede trouw, wat betekent dat u de overtuiging had de eigenaar te zijn van de grond (maar dat in werkelijkheid toch niet was). Die situatie kan zich voor doen wanneer u de grond gekocht heeft door ondertekening van een koopovereenkomst, maar wanneer die koopovereenkomst uiteindelijk per ongeluk niet ingeschreven is bij het Kadaster. Probleem bij de vraag of u te goed trouw bent is vaak wel dat als u uit de openbare registers kunt afleiden dat u geen eigenaar bent u volgens de wet niet snel te goeder trouw bent. In de meeste gevallen valt bij het Kadaster namelijk wel na te gaan hoe het zit met de eigendomssituatie van een perceel. De 10-jaarsverjaring komt dan ook in de praktijk niet vaak voor.
Bevrijdende verjaring: 20 jaar
Dat ligt weer anders met de bevrijdende verjaring. Daar speelt het begrip goede trouwe geen rol. Bent u namelijk gedurende een onafgebroken periode van 20 jaar bezitter geweest van een stuk grond, terwijl u wist dat een ander eigenaar was, dan kan na verloop van die 20 jaar de eigenaar geen vordering meer tegen u instellen om zijn grond op te eisen. Zijn vorderingsrecht verjaart volgens de wet na 20 jaar. U wordt bevrijd van zijn vorderingen.
Vereiste van ondubbelzinnig bezit
Maar we moeten nu nog wel even ingaan op het begrip bezit. Want het is niet zo dat door het enkele verloop van de termijn van 20 jaar de eigendom geclaimd kan worden. U moet ook nog ondubbelzinnig bezitter zijn geweest, en dat gedurende 20 onafgebroken jaren. Dat wil zeggen dat u de grond voor u zelf moet hebben gehouden, daar de feitelijke macht over te hebben uitgeoefend en zich als eigenaar te hebben gedragen.
Afzetting met hekwerk etc.
In veel zaken die bij de rechter lopen is voor het aantonen van bezit van belang dat het stuk grond is afgezet met een schutting, hekwerk, een aarden wal etc. én niet meer vrij toegankelijk is voor derden. Het moet in ieder geval voor derden duidelijk zijn dat u het stuk grond in bezit hebt genomen. Het alleen bestraten zonder afrastering is in de praktijk bijvoorbeeld onvoldoende.
Bewijs?
Wie stelt bewijst en daar wordt het ook nog lastig. Kunnen getuigen iets verklaren over uw onafgebroken bezit gedurende 20 jaar? Hebt u foto’s beschikbaar ? Als de ander uw bezit betwist is het aan u om uw stellingen te bewijzen en dat is soms best wel lastig. Soms kunnen ook gegevens van oud-eigenaren u nog helpen. Dat verschilt van geval tot geval.
Advies
Mocht dit bij u spelen, breng dan goed de situatie in kaart en laat uw positie beoordelen. Soms staat iemand sterk en wordt ook beschikt over voldoende bewijs, in andere gevallen is dat niet het geval en heeft het niet veel zin om werk te maken van een eventuele eigendomsclaim.