De rechten en plichten van de stiefouder
Net als het aantal echtscheidingen stijgt het aantal gezinnen waarin kinderen opgroeien met een stiefouder al jaren. Maar wanneer kan in juridische zin worden gesproken van een stiefouder en welke rechten en plichten brengt het zijn van stiefouder met zich mee?
Samengestelde gezinnen
Samengestelde gezinnen zijn bepaald geen uitzondering meer. Het aantal echtscheidingen en verbroken niet-huwelijkse relaties stijgt nog steeds. Daarna gaan gescheiden mensen vaak weer nieuwe relaties aan. Daardoor krijgt een kind niet alleen te maken met ouders die in verschillende huizen wonen, maar ook met nieuwe partners van deze ouders, en met kinderen van deze nieuwe partners. En soms worden er uit de nieuwe relaties weer nieuwe halfbroertjes en –zusjes geboren.
Stiefouder
De juridische definitie van het begrip stiefouder luidt: de nieuwe echtgenoot van de ouder bij wie een kind zijn hoofdverblijfplaats heeft. Dat betekent dus dat de nieuwe partner van de andere ouder van het kind (waar het kind niet woont, maar waarmee het kind veelal een omgangsregeling heeft) juridisch geen stiefouder is. Overigens wordt een geregistreerd partnerschap in dit opzicht gelijkgesteld aan een huwelijk. Als de verzorgende ouder en de nieuwe partner ongehuwd samenwonen, is er in juridische zin geen sprake van een stiefouder. Een stiefouder maakt dus deel uit van het gezin waar het kind woont. Maar dat is niet het enige. De wet verbindt aan het stiefouderschap ook financiële verplichtingen.
Rechten en plichten van een stiefouder
Een stiefouder heeft vooral plichten en maar weinig rechten. Volgens de wet is de stiefouder als echtgenoot verplicht de kinderen van de partner op te voeden. Daarnaast is een stiefouder, net als de ouders van een kind, verplicht naar draagkracht bij te dragen in de kosten van de opvoeding en verzorging van kinderen tot 18 jaar van de partner. Voor kinderen van de partner tot 21 jaar geldt dat de stiefouder moet bijdragen in de kosten voor de studie en levensonderhoud zolang het kind binnen het gezin van de stiefouder woont. De verplichting van de stiefouder houdt pas op als het huwelijk eindigt, of het kind niet langer in het gezin woont (bijvoorbeeld als het kind na de 18e verjaardag op kamers gaat wonen).
Gedeelde verantwoordelijkheid
Deze regeling heeft tot gevolg dat er in die situatie dus drie volwassenen zijn die verantwoordelijkheid dragen voor de kosten van de kinderen: beide ouders en de stiefouder. Dat werpt in de praktijk al gauw de vraag op hoe de kosten tussen deze drie personen moeten worden verdeeld: ieder voor een gelijk deel? Naar draagkracht? Of staat de verantwoordelijkheid van de eigen ouders van een kind voorop?
Ontwikkelingen
Om de regels met betrekking tot de kinderalimentatie eenvoudiger, redelijker en transparanter te maken is al lange tijd geleden een wetsvoorstel gedaan vanuit de tweede kamer.
Een van de belangrijkste voorgestelde wijzigingen voor stiefouders of nieuwe partners is, dat deze niet meer hoeven mee te betalen. Alleen de ouders dragen dan bij aan deze kosten. Dit wetsvoorstel is echter nog niet geëffectueerd. We blijven de ontwikkelingen met belangstelling volgen.
B.M. (Nardie) van Ham-Oude Elferink
M.W.G. (Mario) Versendaal