Tijdelijke verhuur van koopwoningen

Gelukkig trekt de markt weer iets aan, maar tijdelijke verhuur van koopwoningen komt nog steeds voor. In bepaalde situaties is verhuur zeker een aantrekkelijke optie, maar er zitten risico’s aan. Wordt er niet op de juiste wijze verhuurd, dan kan de huurder zich in principe beroepen op huurbescherming, waardoor hij de woning niet zo maar zou hoeven te verlaten. Hoe kan dat probleem ondervangen worden?

Leegstandswet
In de jaren tachtig van de vorige eeuw is de Leegstandswet in het leven geroepen. Doel van de wet is om onder andere woningeigenaren de mogelijkheid te bieden woningen tijdelijk te verhuren zonder dat huurders aanspraak kunnen maken op huurbescherming.

Voorwaarden toepassing Leegstandswet
De Leegstandswet bepaalt dat wanneer aan alle voorwaarden voldaan is, een te koop staande woning voor de duur van maximaal vijf jaar verhuurd mag worden. Belangrijkste voorwaarde is wel dat de woningeigenaar beschikt over een vergunning die de gemeente op aanvraag afgeeft. Zo’n vergunning wordt door de gemeente onder andere afgegeven wanneer (kort gezegd) de eigenaar van de woning deze minimaal een jaar zelf heeft bewoond voordat de woning leeg kwam te staan (deze eis geldt niet bij nieuwbouwwoningen).

Risico’s
De verhuurconstructie op grond van de Leegstandswet is ook niet zonder risico’s. Het op enig moment niet juist naleven van de regels leidt direct tot een reguliere huurovereenkomst met bijbehorende huurdersbescherming.  Het niet in acht nemen van de juiste termijnen blijkt in de praktijk de grootste valkuil te zijn, evenals het ontbreken van de juiste aanzeggingen in de huurovereenkomst zelf.

Einde huurovereenkomst
De huurovereenkomst op grond van de Leegstandswet eindigt van rechtswege wanneer ook de vergunning afloopt. Onderneemt de woningeigenaar op dat ogenblik echter geen actie, en blijft de huurder de woning dus bewonen, dan wordt de huurovereenkomst automatisch een normale huurovereenkomst (met huurdersbescherming). Dat geldt ook voor de situatie dat de huurovereenkomst geen melding maakt van het bestaan van de vergunning die door de gemeente is afgegeven met bijbehorend kenmerk en haar inhoudelijke voorwaarden. In die situatie mag de huurder er op vertrouwen dat hij/zij een normale huurovereenkomst is aangegaan.

Afspraken ten behoeve van verkoopproces
Om de verkoop te bevorderen dienen en er ook tussen de woningeigenaar en de huurder afspraken gemaakt te worden over het toestaan van bezichtigingen, het maken van foto’s in de woning, het sleutelbeheer en wat verder komt kijken bij actieve verkoop. Voor het geval de woning dan lopende huurovereenkomst verkocht wordt, dienen bepalingen opgenomen te worden over tussentijdse beëindiging van de huurovereenkomst. Voor een verhuurder geldt daarbij een minimale opzegtermijn van drie maanden, voor de huurder een termijn van één maand.

Conclusie
Het gevaar voor de woningeigenaar schuilt in niet deskundig gebruik van de constructie bij aanvang van de huur en in het niet juist en tijdig handelen bij het naderen van de einddatum van de huur. Wordt er wel goed gebruik gemaakt van de Leegstandswet, dan vormt die regeling  in principe een goede mogelijkheid om tijdelijk een woning te verhuren.

Call Now Button