Stel je voor: je regelt de verkoop van een tweedehands auto met iemand via WhatsApp. Jullie sturen berichtjes heen en weer, jullie zijn het eens over de prijs en de levering en sturen elkaar een👍 of een “deal!”. Maar… is dat dan ook écht een rechtsgeldig contract? En hoe kijkt de rechter naar een overeenkomst die alleen via WhatsApp of een andere digitale dienst tot stand komt?
Wanneer is een overeenkomst rechtsgeldig?
Volgens ons recht geldt het volgende: een overeenkomst komt tot stand zodra er aanbod en aanvaarding is. Met andere woorden: de één doet een voorstel, de ander gaat akkoord. Voor de meeste overeenkomsten geldt géén verplichting om persé een handtekening te zetten. Dat betekent dus dat een contract via WhatsApp in principe gewoon rechtsgeldig kan zijn.
Een duidelijk “ja, ik neem de klus aan voor €500” kan juridisch evenveel waarde hebben als een handtekening onder een papieren contract.
De waarde van digitale communicatie
Digitale communicatie, zoals WhatsApp, Signal of e-mail, heeft zich inmiddels een vaste plek in de rechtspraktijk veroverd. Het grote voordeel is snelheid: afspraken zijn zo gemaakt. Ook blijft er automatisch een schriftelijk spoor achter. Dat is handig als bewijs, mocht er later discussie ontstaan.
Een WhatsApp-bericht kan bij de rechter dus hetzelfde functioneren als een brief of een e-mail. Sterker nog: tegenwoordig spelen screenshots van chatgesprekken regelmatig een belangrijke rol in rechtszaken.
Maar er zijn ook risico’s
Desondanks kleven er ook duidelijke nadelen aan afspraken via WhatsApp of andere chatdiensten:
- Onduidelijkheid in taal en context: een emoji kan voor de één iets anders betekenen dan voor de ander. Vindt iemand een duimpje omhoog een akkoord, of alleen een teken van “ik heb het gelezen”?
- Identiteitsvragen: wie weet zeker dat de persoon achter dat account ook echt de juiste partij is? Telefoons worden gedeeld, accounts kunnen gehackt worden.
- Bewijskracht: hoewel een WhatsApp-bericht als bewijs kan dienen, kan discussie over de echtheid en manipulatie ontstaan. Is het bericht niet bewerkt? Komt de screenshot echt uit dat gesprek?
- Geen zekerheid over de voorwaarden: een snel bericht lijkt misschien duidelijk, maar vaak ontbreken belangrijke details of algemene voorwaarden die wél van grote betekenis zijn.
Hoe kijkt de rechter hiernaar?
Rechters gaan steeds vaker uit van de realiteit van digitale communicatie. Zij kijken niet alleen naar de inhoud van de berichten, maar ook naar de context: de toon van het gesprek, eerdere afspraken, de manier waarop partijen elkaar hebben bevestigd en of er sprake lijkt van een serieuze en bewuste instemming. Een enkele emoji of een kort “is goed” kan in sommige gevallen al worden gezien als aanvaarding van een aanbod, mits daaruit duidelijk blijkt dat overeenstemming is bereikt. Maar rechters zijn ook kritisch. Als berichten vaag zijn, of niet duidelijk vaststaat wie ze heeft verstuurd, dan kan het bewijs te zwak zijn om een contract aan te nemen.
Voorzichtig zijn is verstandig
Dus, moet je nu wel of niet vertrouwen op WhatsApp als juridisch bindend middel? Het korte antwoord: ja, een contract via WhatsApp kan rechtsgeldig zijn. Maar verstandig is het vaak niet. Kleine, eenvoudige afspraken lenen zich prima voor een digitale deal: bijvoorbeeld over het eten vanavond of het lenen van een fietspomp. Gaat het echter om grotere bedragen, langdurige samenwerking of mogelijke risico’s? Dan is het veel beter om een duidelijke, schriftelijke overeenkomst op te stellen, mét handtekening en heldere voorwaarden. Dat vergt vaak wat meer tekst en daarvoor is digitale communicatie eigenlijk niet geschikt.
Yaron van de Horst